Paspoort
Voor het reizen in Europa is een geldig reisdocument nodig. Dat betekent een geldig paspoort of Europese identiteitskaart. Het reisdocument moet geldig zijn tot de dag van uw thuiskomst.
Dagplanning, heuvels en bergen
- Een redelijke lichamelijke conditie is nodig. Dat kan door langzaam op te bouwen op een fietsdag. Beter is om de fietstocht voor te bereiden met wat kortere fietsritten in de weken voorafgaand aan de fietstocht.
- Op de fietstocht neem je bagage mee. Je fiets is zwaarder en stuurt anders. Om te wennen is het belangrijk om vooraf oefenritjes te maken met bagage. Met bagage fiets je langzamer, op vlakke wegen ben je een half tot een heel uur langer onderweg. Rustig fietsen is het beste advies.
- Neem als het heel warm is tussen de middag een lange pauze of start vroeg en stop aan het begin van de middag. Geniet van de fietstocht en zorg onderweg voor voldoende rustpauzes. Het is geen wedstrijd.
- Anders dan in Nederland moet je in het buitenland altijd wel een beetje klimmen. Rustig klimmen is belangrijk. Een heuvelhelling is anders dan even over een brug klimmen. Zorg dat je niet buiten adem raakt. Met een klein verzet fiets je rustig omhoog!
- Probeer je versnellingen zó te gebruiken dat je zoveel mogelijk éénzelfde trapritme houdt.
Eten en drinken onderweg
- Goed eten is van groot belang. Tijdens het fietsen verbrand je flink wat calorieën. Eet voor en na het fietsen eten dat rijk is aan koolhydraten, zoals graan, bonen, pasta, aardappelen en bananen. Onderweg is het ook belangrijk om regelmatig te eten en te drinken. Zorg onderweg voor wat wine gums, zoute pinda’s, bananen, fruit en een paar muesli- of energierepen.
- Neem voldoende te drinken mee voor onderweg. Al fietsend verlies je ongemerkt de nodige liters vocht die weer aangevuld moeten worden. Een paar bidonhouders op de fiets is geen overbodige luxe. Leidingwater is in Europa meestal van goede kwaliteit en het is zelden nodig om water in flessen te kopen. Niet vergeten voor vertrek je bidons te vullen. Vul onderweg bij in een café of lunchroom.
- Is het warm weer, let dan op aanvulling van mineralen en zout (door elektrolyten toe te voegen), je verliest veel door transpiratie. Drink dan ook veel (minimaal 1 bidon per uur).
De fiets
Om met bepakking een aantal dagen te fietsen moet je fiets goed in orde zijn en aan een aantal basiseisen voldoen:
- Het frame moet stevig en stabiel zijn. Randonneur- trekking- en toerfietsen of e-bikes voldoen beter dan een racefiets.
- Het zadel: herenzadels zijn smaller dan dameszadels: een essentieel verschil voor een goede zit. De vertrouwde leren zadels zijn, mits ingereden, populair bij vakantiefietsers: deze vormen zich naar het achterwerk, ademen en zijn in veerkracht verstelbaar. Kleine gelkussentjes met daartussen een verlaging zijn goed. Breedte en vering moeten afgestemd worden op de maat van het zitvlak en het gewicht van de berijder. Zadels met dikke gelkussens niet nemen. Na enige tijd krijg je daar alleen maar last van.
- De bagagedragers zijn belangrijk voor de stabiele loop van de fiets. Goede achterdragers zijn licht en hebben aan beide zijden drie poten. Lage voordragers (“low riders”) aan de voorvork zijn aan te bevelen voor een goede verdeling van het gewicht. Hoe lager het zwaartepunt, des te gemakkelijker het stuurt. Let erop dat de uiteinden van de as de tassen niet beschadigen.
- Het stuur: voor langere tochten zijn rechte mountainbike sturen ongeschikt. De eenzijdige houding veroorzaakt op den duur kramp in handen en ellebogen. Door opzetstukken (‘bar-ends’) te gebruiken wordt meer afwisseling in houding mogelijk. Een ‘vlinderstuur’ met foambekleding voldoet daarom beter. Met een racestuur zit je meer voorover: minder luchtweerstand, maar je ziet doorgaans minder van je omgeving. Kwestie van smaak. Vering in het stuur lijkt mooi, maar is met een stuurtas zelden effectief.
- De remmen: terugtrapremmen en trommelremmen zijn niet veilig in heuvelachtig landschap. Bij lange afdalingen lopen ze warm en begeven ze het. Velg- of schijfremmen zijn dan de enige mogelijkheid. Let op dat bij nat weer de remweg verdubbelt, omdat het blokje eerst het water moet wegdrukken. Goede, nieuwe remblokjes gaan een lange vakantiereis mee zonder dat je er naar hoeft om te kijken. De remmen moeten goed functioneren en zorg ervoor dat er geen vuil op de remweg van de band zit.
- De velgen: controleer voor vertrek de spanning van de spaken (of vraag de fietsenwinkel) en bekijk of de velgwand niet (bijna) is doorgesleten. Gebruik solide toervelgen in plaats van de smalle holle racevelgen.
- De banden: de route gaat soms over stukken onverharde weg, waarbij smallere banden minder comfortabel zijn. Een brekerlaag van bijvoorbeeld kevlar helpt goed tegen lekrijden.
- De banden moeten zo hard mogelijk zijn opgepompt
- De ketting moet goed geolied zijn. Te veel olie trekt stof en zand aan wat de slijtage van ketting en tandwielen niet ten goede komt.
- Alle kabels controleren op slijtage en goed functioneren.
- Een goed werkende bel is verplicht.
- Gebruik naast een goed veiligheids- fietsslot ook een kettingslot om de fietsen aan elkaar te koppelen of vast te zetten aan bermmeubilair. Neem het reservesleuteltje mee!!
- De versnellingen: bij korte maar felle klimmetjes is een klein verzet aan te bevelen. Een goede derailleur is tegenwoordig standaard. Er zijn ook toerfietsen te koop met een geïntegreerde versnellingsnaaf met 7 of meer versnellingen. Ze zijn simpel in gebruik en vergen bijna geen onderhoud. Deze voldoen goed op de wat vlakkere routes en bij kortere hellingen.
- Pedalen met een vlak plateau zijn voor een fietsvakantie ideaal. Hierop kan met gewone sport- of wandelschoenen met een stevige zool gefietst worden.
- De fietscomputer geeft o.a. snelheid, tijd, en afgelegde afstand aan. Tevoren wel nagaan of de juiste afstand wordt weergegeven. Dat is bijvoorbeeld te controleren met de hectometerpaaltjes langs provinciale wegen.
- Fietsverlichting is in het voor- en naseizoen onontbeerlijk.
- Laat geen bagage op de fiets zitten als je de fiets niet in het zicht parkeert. Neem altijd de (kleine) waardevolle dingen mee in het stuurtasje. Parkeer bij voorkeur de fiets op een plek waar veel mensen langs komen of waar veel mensen zitten, b.v. een plek bij een druk terras.
Tassen
- Zogenaamde ‘drie-in-een-achtertassen’ zijn af te raden: onhandig en zwak op de naden. Beter zijn losse tassen met een clicksysteem. Goede ‘lowriders’ vóór met dito tassen zorgen voor verdeling van het gewicht en stabiliteit. Bezuinig niet bij de aankoop van fietstassen, daar krijgt je spijt van.
- Let op beveiliging tegen losspringen op hobbelige wegen. De combinatie tas-bagagedrager moet de hielen voldoende ruimte geven bij het fietsen.
- Waterdichte fietstassen achterop en eventueel ook voorop de fiets. Niet helemaal waterdicht? Doe alles in plastic zakken.
- Rugzakken werken belemmerend. Je krijgt er een warme rug van en het verslechtert je fietshouding.
- Stuurtasje (met doorzichtig bovenvakje voor routekaart) voor kleine en waardevolle spullen voor overdag.
- Belading: evenwicht tussen links en rechts . Verdeling gewicht voor/achter ergens tussen 25/75 en 40/60. Zwaarste spullen onderin. Stop heel weinig in een stuurtas: geeft anders stabiliteitsproblemen.
Bagage
- De gulden regel is “Alles wat je thuis laat is mooi meegenomen”. Zeker in Europa is ‘dichtbij’ bijna alles te koop. Bekijk ‘reservezaken’ kritisch. Voorkom doublures tussen reisgenoten; verdeel gezamenlijkheden.
- Dit alles zou moeten resulteren in 10-15 kg als basis en bij kamperen 10 kg extra.
- Kleding: drie dunne kledinglagen zijn praktischer en veel lichter dan een dikke trui. Katoen is sterk af te raden: blijft nat en koelt je af. Thermo onderkleding is uitstekend tegen zowel warmte als tegen kou en neemt weinig plaats in. Een fiets(onder)broek met kunstzeem (snel droog) is voor lange tochten aan te raden. Neem een reservebroek mee en was ze iedere dag uit (i.v.m. infectiegevaar). Een lange fietsbroek of maillot zonder zeem is praktisch tegen de kou en de regen (snel droog). Een dun fleecejack tegen de kou is vooral in de vroege ochtend of avond van belang.
- Draag een petje en zonnebril bij zonnig weer.
- Eventueel thermische sokken, stevige schoenen of speciale fietsschoenen, regenhoezen over de schoenen, dunne handschoenen.
- Nachtkleding: advies lang thermisch ondergoed bij temperaturen onder de 10 graden..
- Waterdicht mapje voor waardevolle papieren voor op je huid
- Géén katoenen handdoek(en), maar zgn sporthanddoek en één reserve
- Géén flacons die open kunnen,maar een afgepaste hoeveelheid voor wat je nodig denkt te hebben in een klein plastic flesje met schroefdop. Doe de vloeistof of crèmes als je twijfelt in een pastic zakje
- Bij regen: een ademend regenjack is aan te raden, beslist geen dikke jassen meenemen. Een regenbroek fietst onplezierig, ‘halve pijpen’ die alleen de bovenbenen afschermen zgn Rainleggs (ANWB/Bever) voldoen goed; boven de 12 graden zijn blote benen beter. Neem voor evt. natte dagen wat extra kleding mee. Regenschoentjes of plastic zakken over de schoenen voorkomen natte schoenen.
- Neem bij felle zon voldoende maatregelen om een zonnesteek of gevaarlijk verbranden tegen te gaan: zonnecrème, hoofd- en armbedekking.
- Een fietshelm is eigenlijk altijd aan te bevelen , maar vooral in de bergen of wanneer men in groepen rijdt.
- Medicamenten: Met spuithuid, pleisters, betadine, pincet, schaartje, verband, pijnstillers/koortsverlagers (Paracetamol), sporttape, stopmiddel tegen diarree, zinkzalf en zonnebrandcrème (met hoge UV-stralings factor) zijn de meeste behoeften wel gedekt. Voor jeugdherberg of hostel: vergeet de oordopjes niet.
- Eten: Neem voor noodgevallen (gesloten winkels!) altijd wat extra mee, en zorg voor tijdige bevoorrading. Noodrantsoenen zijn licht en gaan lang mee.
- Licht: Hoofdlampje is veel handiger dan zaklamp, de huidige LED-lampjes zijn prima.
- Tent: Echt grammenjagen (zoals wandelkampeerders doen) is niet nodig. Zorg voor voldoende ruimte om ook de fietstassen droog binnen te zetten.
- Slaapmatjes : zelf-opblazende matjes isoleren beter en zijn veel lichter dan een luchtbed. Isolatiematjes met gesloten celstructuur zijn ook goed – en handig bij regen- maar vormen onderweg een onhandige dikke rol.
- Kookapparatuur: Campinggas is in het algemeen wel verkrijgbaar. Gewone lichte aluminium pannetjes zijn prima. Vul ze op met klein spul.
Gereedschap
- Controleer geregeld of alles nog vast zit!
- Probeer het gereedschap thuis even uit en laat thuis wat niet nodig is!!
- Aan te bevelen gereedschap om mee te nemen; bandenreparatieset, enkele spaken (diverse juiste maten en dikte), reserve binnenband, fietspomp en fietsolie.
- Zwaar gereedschap in ieder geval thuis laten. Bahco’s zijn langs de weg overal wel te lenen.
- Gereedschapsset: (ga na welke maten je nodig hebt). schroevendraaiertje, steeksleutels en diverse inbussleutels
- Reserve kettingschakeltjes. Bij kettingbreuk twee schakeltjes vervangen. Kijk van tevoren of er tandwielen vervangen moeten worden. Nieuwe kettingschakels functioneren vaak niet op oude tandwielen.
- Binnenkabels voor rem en versnelling zijn niet nodig als je vooraf de kabels hebt laten controleren
- Olie, in een goed afsluitbaar flaconnetje
- Reservemoertjes en boutjes; sporttape: repareert alles wat los zit aan de fiets, maar ook scheurtjes in kleding of tent
- Tie-wraps (nylonstrips) niet vergeten.
Veel goede adviezen vind je op de site www.europafietsers.nl
En bedenk nogmaals als je alles hebt klaar gelegd: Wat je thuis laat is mooi meegenomen